Montaigne Centrum Blog

Blogs

De Rechter als Mens – Rechterlijke legitimiteit in de 21e eeuw

Vrouwe Justitia, Else Ringnalda

Met de aanvang van het nieuwe decennium zijn veel van onze veronderstelde zekerheden op losse schroeven gezet. In Nederland werden beleids- en bouwplannen aan banden gelegd door de stikstof– en Urgenda-uitspraken, in Europa brengt de brand in kamp Moria de vluchtelingencrisis tot een nieuw hoogtepunt en wereldwijd worden landsgrenzen die de afgelopen jaren met veel ijver zijn opengebroken, haastig weer opgetrokken als gevolg van het Corona-virus. Meer dan ooit hebben we te maken met problemen die tijds- en landsgrenzen overschrijden, terwijl oplossingen nog vaak worden gezocht binnen deze grenzen. Wanneer zich een frictie voordoet tussen internationale afspraken en nationaal beleid komt dit vaak in eerste instantie terecht bij de nationale rechter. Hierdoor worden nationale rechters in toenemende mate geconfronteerd met ingewikkelde kwesties, waarbij de toepasbare rechtsorde onduidelijk is, de oorzaken en gevolgen onvoorzienbaar en de betrokken partijen veelal onzichtbaar; zij maken deel uit van toekomstige generaties (klimaatzaken) of dobberen op een bootje tussen verschillende jurisdicties en landsgrenzen in (vluchtelingen en migratie). Deze gevoelige en complexe zaken vragen om een rechterlijk oordeel dat vaak niet direct voortvloeit uit de nationale wet en dwingen de rechter op onontgonnen terrein. In mijn masterscriptie onderzocht ik hoe de nationale rechter haar besluitvorming kan wapenen tegen de vele onzekerheden van de 21e eeuw. Hierbij ging ik te rade bij de postmoderne filosofie. 

1. Traditionele kijk op rechtelijk oordelen

Rechters hebben de bijzondere positie om beslissingen te nemen die het leven van een individu drastisch en onomkeerbaar kunnen veranderen. Dit maakt de rechterlijke macht tot een bijzonder krachtige autoriteit, terwijl ze -in tegenstelling tot haar twee zustermachten- niet democratisch is verkozen. Traditioneel gezien wordt dit gebrek aan democratische legitimiteit ondervangen door de rechter voor te stellen als een ‘spreekbuis’ die de wet slechts willoos toepast. Als de rechter te mondig lijkt op te treden wordt haar verweten activistisch te zijn of op de stoel van de wetgever te zitten. Een dergelijke traditionele (zij het gesimplificeerde) taakomschrijving van de rechter veronderstelt een coherent en naadloos geheel van rechtsregels, waarbij het duidelijk is wieeen oordeel moet uitspreken, op grond van welke wet en welke partijen erdoor worden getroffen. De rechter fungeert hier als Dworkins halfgod door het ‘juiste antwoord’ te destilleren uit dit naadloze geheel. Deze benadering heeft een stabiliserend effect op de burger, de rechter en het rechtssysteem. Met name de rechter wordt hierdoor vrijgepleit van de twijfel, onzekerheid en pijnlijke rafelranden die haar uitspraak teweeg kan brengen. Veel van de kwesties die anno 2020 bij de rechter voorkomen, worden echter getypeerd door een hoge mate van onzekerheid. Bij mondiale problemen zoals klimaatverandering, massamigratie en internationaal terrorisme zijn oorzaak, gevolg en oplossing niet op één plaats of op één moment vast te pinnen. Het is daardoor vaak onduidelijk welke rechtsorde toepasbaar is, op basis van welk recht en wie door de beslissing wordt geraakt. 

2. Onzekerheid als uitgangspunt 

Het rechtslandschap van de 21e eeuw is hybride, transnationaal en dynamisch en brengt daarmee de veronderstelde orde op zowel nationaal, Europees als internationaal niveau aan het wankelen. Dit onzekere rechtslandschap laat zien dat er geen natuurlijke orde bestaat in de wereld. Onzekerheid ontregelt het recht en daarom heeft de westerse rechtstheorie zich een visie op het recht aangemeten die stabiliteit predikt en onzekerheid wegwuift. Maar deze visie lijkt niet langer houdbaar. Dit aannemend, zijn er ten minste twee mogelijkheden om hiermee om te gaan. Enerzijds kunnen we proberen koste wat kost orde aan te brengen in deze chaotische wereld. Deze drang tot orde is de mens eigen en sluit aan bij de traditionele, stabiliserende visie op het recht als een coherent systeem. Een andere mogelijkheid is om deze wanordelijke staat te accepteren en lering te trekken uit filosofisch gedachtegoed dat uitgaat van de fictie van natuurlijke orde en de illusie van wereldse zekerheden: de postmoderne filosofie. De postmoderne filosofie wordt vaak verkeerd begrepen als een ironische carte blanche die flirt met het nihilisme. Maar wie goed leest, ontdekt in de postmoderne filosofie juist een oproep tot ethisch handelen door het omarmen van onzekerheden. Het inzicht dat onze statelijke instituties, waaronder de rechtbank, door mensenhanden zijn gemaakt en niet door God zijn ingegeven leidt er niet toe dat ‘alles geoorloofd is’, maar veeleer dat alles contingent is, berust op toevalligheden en daarmee openstaat voor veranderingen wanneer een situatie daarom vraagt. Daarmee is de postmoderne filosofie uitermate bruikbaar om invulling te geven aan legitiem rechterlijk handelen binnen het onzekere rechtslandschap van de 21e eeuw.

3. De postmoderne rechter 

Met deze postmoderne filosofie als uitgangspunt, heb ik vier competenties opgesteld die de rechter kunnen sterken wanneer ze moet oordelen over zaken die worden gekenmerkt door een hoge mate van onzekerheid. Deze competenties zijn: reflectie, het omarmen van onzekerheid, verbeeldingskracht en feilbaarheid. Allereerst is de postmoderne rechter niet halsstarrig maar reflectief. Ze is zich bewust van zowel de positieve als de negatieve effecten van haar vonnis en neemt daar volle verantwoordelijkheid voor. Hierdoor kunnen de wrede of pijnlijke gevolgen die het vonnis teweegbrengt niet gelden als morele dekmantel die de rechter vrijwaren van haar ethische verantwoordelijkheid. Zelfs indien een rechtsregel haar ontslaat van haar juridische verantwoordelijkheid, heeft ze nog steeds een ethische verantwoordelijkheid. Ten tweede is de postmoderne rechter niet overtuigd van haar eigen gelijk, maar ontvankelijk voor de onzekerheden die ze op haar pad tegenkomt. In plaats van een willoze spreekbuis is ze actief en weet ze vooruitstrevende jurisprudentie op waarde schatten. Ten derde heeft de postmoderne rechter een rijke verbeeldingskracht, waardoor ze rekening houdt met alle partijen die door haar beslissing worden geraakt; aanwezig of afwezig; zichtbaar of onzichtbaar; senior of nog niet geboren. Tot slot is ze zich ervan bewust dat haar beslissing feilbaar is. Ze is geen mythische halfgod, maar een mens die zich kwetsbaar durft op te stellen om in vertrouwelijke kring haar twijfels te uiten. Onzekerheid is een sleutelwoord binnen de postmodernisme filosofie. Dit lijkt op gespannen voet te staan met juridische begrippen zoals waarheidsvinding, gezag van gewijsde en een rechtvaardig oordeel. Hoe kan deze onzekerheid dan desalniettemin leiden tot een legitiem rechterlijk oordeel? Dat kan alleen als we ook de rol van de rechter herzien. 

4. De rechter als mens

De Vrouwe Justitia van dit millennium is gezeten op een halve bol met haar hand op het hart, gelijk het beeld op de titelpagina van deze thesis. In plaats van een weegschaal die uitslaat naar links of naar rechts, naar goed of naar fout is er een veelheid aan richtingen waarin ze zich kan bewegen om steeds weer in balans te eindigen. Van achter haar blinddoek verbeeldt ze zich de vele partijen die door haar beslissing kunnen worden getroffen; zichtbaar of onzichtbaar. Door met al deze partijen rekening te houden moet ze afwegen, beslissen en daarna constant over reflecteert of dit al dan niet de beste beslissing is geweest. Deze reflectie maakt de rechter kwetsbaar en onzeker, maar dat is het type rechter dat je voor je wilt hebben. Iemand die probeert om een zo goed mogelijke beslissing te nemen en hiervoor zelf ethisch garant staat. Iemand die elke uitspraak op zijn waarde beoordeelt. Iemand die de tragische gevolgen van haar beslissing erkent. Niet iemand die onverschillig de wet toepast als een willoze spreekbuis. De rechter is een mens en zo moeten we haar ook zien. Een mens die met de hand op het hart open staat voor de ander die een beroep op haar doet, voor de wet die haar beslissing schraagt, voor de maatschappij die buiten de rechtszaal wacht en voor haar eigen geweten, dat haar parten zal blijven spelen. Vrouwe Justitia is een mens. Laten we de rechter daarom ook beschouwen als kwetsbaar, wijs en menselijk.


Deze blog is gebaseerd op de masterscriptie die Laura van den Berg schreef in het kader van de Legal Research Master van de Universiteit Utrecht. Deze scriptie ontving het predikaat ‘Montaigne Scriptie‘.